Een initiatief van kinesioloog Henk Visser (Doesburg)

Posts tonen met het label medicatie. Alle posts tonen
Posts tonen met het label medicatie. Alle posts tonen

29 april 2013

Terug naar normale en belangenloze psychiatrische diagnose


De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM) is een Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient.Allen Frances is emeritus hoogleraar psychiatrie aan Duke University. Hij was lid van de DSM-III task force en voorzitter van de DSM-IV task force en is nu de bekendste en meest gezaghebbende criticus van DSM-5.
Waarom is er zoveel te doen over DSM-5, de nieuwe editie van het handboek voor psychiaters en therapeuten? Omdat de DSM de grens bepaalt tussen wat normaal en gestoord is, en DSM-5 die grens radicaal verschuift. Miljoenen normale mensen krijgen straks het etiket van een stoornis opgeplakt. Dit leidt tot onnodige, dure en soms gevaarlijke behandelingen van nieuwe 'patiënten' en heeft vele maatschappelijke consequenties, bijvoorbeeld voor verzekeringen, onderwijs, rechtspraak en toegang tot zorg.
We leven in een tijd van diagnostische inflatie en overmedicatie, onder druk van met name de farmaceutische industrie. Medische ziektes worden verward met psychische stoornissen en diagnoses worden al te snel gesteld. Kinderen groeien op in een golf van ADHD en autisme en het is kennelijk niet meer normaal om af en toe droevig, druk, gefrustreerd of angstig te zijn - of een tikkeltje excentriek.

Allen Frances schetst in zijn boek Terug naar Normaal de geschiedenis en de ontsporing van de psychiatrie. Als insider beschrijft hij de excessen in de psychiatrische diagnostiek en geeft hij aan hoe de psychiatrie weer veilig en gezond kan worden.

In een recensie in de Volkskrant van 27 april schrijft Ranne Hovius:
In Terug naar normaal betuigt Frances zijn spijt over de veranderingen die hij met zijn team in 1994 doorvoerde in de DSM-4. Met name de wijzigingen in de diagnoses autisme en adhd leidden tot een epidemie aan nieuwe patiënten die zij totaal niet voorzien, laat staan bedoeld hadden. Het zijn diagnoses op de vage scheidslijn tussen mensen met een psychische stoornis en de worried well, mensen met problemen die weliswaar zorgelijk kunnen zijn maar tot de normale last van het leven horen.
Een kleine verschuiving van de criteria in dit drukbevolkte grijze gebied, aldus Frances, kan enorme consequenties hebben. Debet aan die consequenties zijn belangengroeperingen als ouders, verzekeringsmaatschappijen, de rechterlijke macht, maar vooral de op grote winst beluste farmaceutische industrie. Zeker in Amerika, waar de farmaceutische industrie zich met haar agressieve marketing rechtstreeks tot het publiek mag richten, blijkt het niet zo moeilijk om mensen via tijdschriften en tv een ziekte - en de oplossing in een pillendoosje - aan te praten.



De bottomline van Frances' betoog is: laten we de criteria voor stoornissen aanscherpen, terughoudend omspringen met het labelen van mensen, pillen alleen als laatste redmiddel voorschrijven, en de psychiatrie weer reserveren voor mensen die het werkelijk nodig hebben.

19 december 2009

Reaktie op het artikel “Wees niet zo somber”

Betreft: Reaktie op het artikel “Wees niet zo somber”, uit Elsevier no. 48

Geachte dames/heren van de Elsevier redactie,

Het is positief dat er aandacht wordt besteed aan depressie en hoe hiermee om te gaan c.q. eruit te komen, maar als ex-depressiepatiënt voel ik mij niet serieus genomen. De tips en oplossingen die u noemt, kunnen zeker bij neerslachtigheid en somberheid nuttig en opbouwend zijn. Bij depressie echter – is mijn ervaring – is vaak meer nodig dan pillen en praten. Door uw artikel krijg ik de indruk dat, als je er zelf maar genoeg aan doet, het wel weer beter zal gaan. Als het dan nog niet beter met je gaat, heb je gewoon niet goed genoeg je best gedaan? Ook ik heb heel veel van de acties die u opnoemt ondernomen en meer dan 35 jaar geprobeerd om uit de steeds weer terugkomende depressiespiraal te komen, waarvan de laatste 10 jaar met antidepressiva én praten. Tevergeefs. Antidepressiva hebben mij alleen in de eerste paar jaar van gebruik geholpen, het gaf me een gevoel steviger op mijn benen te staan dan daarvoor. Maar in de 8 jaren daarna heb ik er weinig goeds meer van gemerkt. Behalve de bijwerkingen dan. Het afbouwen van de antidepressiva heeft mij vorig jaar 5 maanden gekost en is soms met grote moeite gepaard gegaan. Ook daarna had ik nog maanden last van restverschijnselen. (U schrijft in uw artikel trouwens in het geheel niet over de afbouwverschijnselen, onvoorstelbaar!)
Het praten heeft me vaak goed gedaan, maar de onbewust geworden oorzaken werden maar tot op zekere hoogte opgespoord. Ook al werd mijn inzicht vergroot en luchtte het praten meestal op: bij de diepere lagen kwam ik niet. Pas vorig jaar, toen ik begeleid werd bij het afbouwen van de antidepressiva door een kinesioloog, is de kern van mijn problematiek boven water gekomen, ben ik mij bewust geworden waar de werkelijke oorzaken lagen en heb ik deze met hulp van de kinesioloog kunnen verwerken, accepteren en loslaten, waardoor ik mijn depressie eindelijk echt ben kwijtgeraakt.
En daarna waren er nieuwe vaardigheden nodig om het leven wél en goed aan te kunnen. Mindfulness, yoga, mediteren en wandelen hebben mij goed geholpen. Ik leerde een andere manier van omgaan met mijn gedachten en werd weerbaarder.

Op mijn initiatief is er, nu een jaar geleden, samen met eerder genoemde kinesioloog en een psycholoog, een begeleidingstraject opgezet voor depressie-gevoelige mensen. Dit om op deze manier ook andere mensen te kunnen begeleiden, die kampen met soortgelijke problemen als ik heb gehad. Uniek in Nederland, voor zover wij weten.

Met vriendelijke groeten,

Marike

16 februari 2009

Stoppen met antidepressiva, de doe het zelvers

Er zijn officiële folders in omloop waarin aangegeven wordt dat het zelf stoppen met antidepressiva relatief gemakkelijk en in ongeveer 4 weken, gedaan kan worden. Het wordt aangeraden het afbouwen stapsgewijs en geleidelijk te doen. Logisch dus dat mensen op eigen initiatief, al dan niet met medeweten van hun behandelend arts, hun medicatie beëindigen. Dat gaat eerst vaak wel goed, totdat blijkt dat het toch niet zo eenvoudig is. Ze zijn dan halverwege het afbouwen of al helemaal gestopt en dan gebeurt het: een onzichtbare man-met-de-grote-rubberen-hamer komt langs, die hen weer knock out slaat. Hierdoor kan de drang om weer antidepressiva te gaan gebruiken vaak niet meer weerstaan worden. Dan is het voor de laagdrempelige begeleiders van het Phoenix-traject moeilijk om deze afkick verschijnselen nog goed op te vangen. De oude verschijnselen van depressie of angst of enorme psychische of lichamelijke onrust zijn weer terug en dat is niet te hanteren. Om dan nog een huis dat in brand staat emmertje voor emmertje te blussen is niet te doen. Als ze weer besloten hebben om te gaan slikken zijn deze mensen een illusie armer en een negatieve ervaring rijker. Ze hebben wederom gefaald en denken niet zonder deze middelen te kunnen. Ze zijn verslaafd.
Het is erg belangrijk voor mensen die willen gaan stoppen, om voor effectief en verantwoord afbouwen tijdig hulp te zoeken en zo al tijdens het gebruik potentiële smeulende brandhaarden op te sporen en te doven. Dat kan met kinesiologie relatief gemakkelijk gedaan worden. Pas daarna kan onder begeleiding en met eventuele ondersteuning van voedingssupplementen en met de parate nieuw geleerde vaardigheden om met crisissituaties om te gaan, begonnen worden met geleidelijk afbouwen.
En zelfs dan blijkt het afbouwen vaak een proces van vallen en opstaan en een van soms twee stappen vooruit en een achteruit.

Het Phoenixproject

zingevingDe teksten op dit blog zijn verzameld en geschreven in het kader van het Phoenixproject (2008-2016), een initiatief van kinesioloog en Marike Oosterheert. De bijdragen zijn geplaatst door Bert Stoop.

Labels, steekwoorden en onderwerpen op dit weblog