Een initiatief van kinesioloog Henk Visser (Doesburg)

Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label onderzoek. Alle posts tonen

15 februari 2013

RUG doet onderzoek naar anhedonie, het onvermogen om plezier te hebben

Persbericht RUG, 5 februari 2013. VICI-beurs van € 1,5 miljoen voor onderzoek naar plezier

Plezier maken is een hooggewaardeerd goed, vooral onder jonge mensen. Als het niet meer lukt om plezier te beleven, is dat bijzonder akelig. Het is een eenzaam en isolerend gevoel. NWO heeft aan Tineke Oldehinkel, hoogleraar Levensloopepidemiologie van Veelvoorkomende Psychiatrische Stoornissen in het UMCG, een subsidie van 1,5 miljoen euro toegekend voor drie onderzoeksprojecten naar het onvermogen om plezier te beleven, ook wel anhedonie genoemd.
Plezier maken klinkt weinig wetenschappelijk, terwijl het een belangrijke factor is in het welbevinden en geluksgevoel van mensen. Toch is er naar het onvermogen om plezier te beleven, anhedonie, nog maar weinig onderzoek gedaan. Anhedonie is wel onderzocht binnen de context van stoornissen als depressie en schizofrenie, maar veel minder als op zichzelf staand fenomeen. Met dit onderzoek wil professor Oldehinkel er achter komen waarom anhedonie ontstaat en bij wie. In de drie onderzoeksprojecten waaraan de subsidie is toegekend, worden verschillende aspecten van anhedonie onderzocht.

In het eerste project zal onderzocht worden welke factoren plezierverlies uitlokken bij jonge mensen en welke factoren het ervaren verlies in stand houden. Dit zal onderzocht worden in de al bestaande onderzoeksgroep van het langlopende onderzoeksproject TRAILS. Sinds 2001 wordt de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling van zo’n 2500 jongeren (toen kinderen, nu jongvolwassenen) gevolgd. De verzamelde informatie in het TRAILS-onderzoek (ook onder leiding van Oldehinkel) zal gebruikt worden om factoren die invloed hebben op plezierverlies te vinden.

Het tweede project richt zich op de verschillende verschijningsvormen van plezierverlies. Dat kent een grote gemene deler: verlies van plezier in activiteiten die voorheen wel als plezierig werden ervaren. Maar dit verlies kan zich wel op verschillende manieren uiten. Iemand kan plezierverlies ervaren op verschillende terreinen, zoals fysiek, sociaal, intellectueel, etc. Hoe plezier en plezierverlies op die terreinen onderling samenhangen is nog onduidelijk. Ook de aard van het verlies kan variëren; gaat het bijvoorbeeld echt om het onvermogen om plezier te ervaren of meer om gebrek aan motivatie om leuke dingen te doen? In het tweede onderzoeksproject worden al deze verschijningsvormen, hun onderlinge relatie en hun samenhang met andere factoren onderzocht.

Het derde project richt zich op de vraag wat gedaan kan worden om het verloren gegane plezier te doen terugkeren. Tot op heden worden vaak generieke leefstijladviezen gegeven, maar inmiddels is duidelijk dat deze algemene leefstijladviezen niet volstaan. In dit project zal gekeken worden naar nut en effectiviteit van persoonlijke leefstijladviezen, opgesteld voor ieder persoon afzonderlijk, op basis van een maand lang nauwgezet observeren.
Mensen die aan plezierverlies lijden, hebben een geringe lust om dingen te ondernemen. Daardoor zijn ze moeilijk te bewegen tot leefstijlveranderingen die hun welzijn kunnen bevorderen. Ze zitten gevangen in een vicieuze cirkel. In dit derde project wordt ook onderzocht of een intensieve ervaring, zoals bungee jumping, kan helpen deze cirkel te doorbreken en daarmee de effectiviteit van de leefstijladviezen kan vergroten. Dit onderzoeksdeel zal uitwijzen wat een dergelijke ‘boost-ervaring’ doet met psychologische en biologische markers van het beloningssysteem, zowel op de korte als langere termijn.

8 oktober 2012

Wat is het nut van een emotiemeter?

Uit onderzoek blijkt dat mensen die hersteld zijn van een depressie, een grote kans hebben op depressieve terugval (na 1 episode 50%, na 2 episodes 70% en na 3 episodes 90% kans op depressieve terugval).

Patiënten die op één meetmoment hun stemming somberder inschaalden met een eenvoudige emotiemeter bleken sneller terug te vallen in de depressie. Lang werd gedacht dat met name schommelingen in emotie een kwetsbaarheidsfactor was voor terugval. De resultaten van huidig onderzoek stellen ter discussie of emotionele reactiviteit wel zo cruciaal is.

Dit is een vreemde constatering. Met andere woorden staat hier dat wanneer je iemand vraagt of die somber is en het antwoord is ja, dat de kans groot is dat deze persoon binnen een aantal jaren weer depressief wordt.

Wat is hier de nieuwswaarde?
Vermoedelijk is het nuttig om mensen die ooit depressief zijn geweest van tijd tot tijd eens te vragen hoe het met ze gaat .....

3 september 2009

Onderzoek naar het gebruik van antidepressiva en het imago van het Phoenixtraject

Ruim 800.000 mensen in Nederland gebruiken antidepressiva. Een deel daarvan is niet meer regelmatig onder behandeling van huisarts, psycholoog of psychiater.
Om deze groep van antidepressiva-gebruikers en hun behoeften goed in kaart te brengen, werden van maart tot september 2009 mensen met deze klachten gevraagd, al dan niet samen met een familielid of een vriend(in), een lijst van 15 tot 20 vragen in te vullen.

Samenvatting bevindingen door 2 HBO studentes verpleegkunde op basis van de invulling tot begin augustus 2009

Het Phoenix-traject is een traject bedoeld voor mensen, met een milde tot matige depressie, die hulp willen bij hun depressie en die onder begeleiding hun antidepressivum willen afbouwen.
Ondanks het feit dat er meerdere mensen succesvol hebben afgebouwd, is de ervaring van de medewerkers van het Phoenix-traject dat het erg moeilijk blijkt te zijn om het cliëntenbestand te vergroten. Om deze reden hebben medewerkers van het Phoenix-traject de opdracht gegeven aan de Academie voor Verpleegkunde om een onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft als doel:

‘Aan het einde van dit onderzoek wordt er een aanbeveling gedaan hoe de medewerkers van het Phoenix-traject de cliëntengroep beter kan bereiken.’ Om dit doel te kunnen bereiken is de volgende probleemstelling opgesteld: ‘Wat zijn de beweegredenen van mensen om wel of niet deel te nemen aan het Phoenix-traject, als ze besluiten tot het afbouwen van antidepressiva en op welke wijze kan een verpleegkundige deze informatie meenemen in zijn/haar beroepsuitoefening?’

Om meer inzicht te krijgen in de problematiek van een depressief persoon is er allereerst een theoretisch kader beschreven. Hieruit blijkt dat het leven van mensen met een depressie wordt beheerst door het missen van de energie om dingen te ondernemen en blijer te worden. Dit kan weken tot maandenlang aanhouden.
Het Phoenix-traject begeleidt mensen bij hun depressie en het afbouwen van antidepressiva. Ze doen dit op verschillende vlakken. Op energetisch vlak (kinesiologie), op mentaal vlak (gesprekken met een psycholoog), door middel van voedingssupplementen en door vaardighedentrainingen.

Na deze theoretische uiteenzetting zijn er interviews afgenomen. Huidige deelnemers werd gevraagd wat de beweegreden was om deel te nemen aan het Phoenix-traject. Vervolgens is een enquête opgesteld en op internet geplaatst om van potentiële deelnemers te weten te komen wat hen tegenhoudt om contact op te nemen met het Phoenix-traject. Op basis van de bevindingen in het theoretisch kader, de vragenlijsten en de enquête is er een aanbeveling geschreven aan de medewerkers van het Phoenix-traject.

Naar aanleiding van de vragenlijsten en enquête is gebleken dat er bij mensen meerdere redenen zijn om niet deel te nemen aan het Phoenix-traject, namelijk dat ze huiverig staan tegenover een alternatieve vorm van behandeling. Het lef of de durf om het op een andere manier aan te pakken ontbreekt. Ze zijn bang voor eventuele bijwerkingen of ze hebben vrede met hun huidige situatie of hulpverleners.
Er kwamen ook nog verbeterpunten voor de medewerkers van het Phoenix-traject naar voren.
Er zou beter vermeld kunnen worden wanneer de hulp van het Phoenix-traject ingeschakeld kan worden. Ook staat er niet duidelijk genoeg op de site beschreven wat de kosten exact zijn. Daarnaast denken veel respondenten dat ze naar het Phoenix-traject toe moeten komen. Er zou duidelijk op internet vermeld kunnen worden dat ze ook telefonisch contact met het Phoenix-traject kunnen maken. Daarnaast kwam er de suggestie om ervaringsverhalen of een forum op het internet te plaatsen zodat deelnemers ervaringsverhalen kunnen uitwisselen.
Binnen de opleiding tot HBO-verpleegkundige is weinig informatie over het afbouwen van antidepressiva. Het gaat alleen over depressie en antidepressiva en niet over de hulp die een verpleegkundige kan bieden aan een persoon met een depressie. Deze informatie is echter wel van belang, wanneer een verpleegkundige te maken krijgt met een depressieve patiënt.

Het Phoenixproject

zingevingDe teksten op dit blog zijn verzameld en geschreven in het kader van het Phoenixproject (2008-2016), een initiatief van kinesioloog en Marike Oosterheert. De bijdragen zijn geplaatst door Bert Stoop.

Labels, steekwoorden en onderwerpen op dit weblog