Een initiatief van kinesioloog Henk Visser (Doesburg)

14 oktober 2016

Tips bij het afbouwen van antidepressiva

Van een deelneemster aan het Phoenixtraject.

Als je antidepressiva aan het afbouwen bent, heb je vaak last van ontwenningsverschijnselen. Om die op te vangen, kan je van alles doen. Het is mij erg goed bevallen, om me te laten begeleiden via het Phoenixtraject. Maar daarnaast kan ik iedereen aanraden die wil stoppen met antidepressiva, ook zélf de nodige maatregelen te nemen, om het afbouwen te vergemakkelijken. En: om jezelf te helpen het goed vol te houden.

In het algemeen is het natuurlijk zo, dat met de nodige regelmaat voldoende eten, drinken, frisse lucht inademen, bewegen, ontspannen en slapen, het beste is voor iedereen, ook voor mensen die geen antidepressiva gebruiken. Ik heb gemerkt dat dit een nóg grotere rol speelt, als je antidepressiva gaat afbouwen. Behalve het advies om bij voorkeur geen alcohol, suiker, chips en andere (te) zoute dingen te nemen, zijn er tijdens een afbouwperiode nog een aantal dingen extra belangrijk.

Laat ik beginnen met vocht. Zorg dat je altijd een flesje (bron)water bij je hebt. Water is van levensbelang bij het afbouwen (meer dan ooit). Drink zo veel mogelijk water! Of anders vruchtensap, zo zuiver mogelijk. Ook fruit doet erg veel goed, het zuiverste vruchtensap dat er bestaat! (Bij mijn afbouwen, bleek speciaal een appel wonderen te verrichten!) Als je in een dip belandt, wat bij het afbouwen zo af en toe kan gebeuren en wat altijd onverwacht komt, zijn water en fruit van levensbelang. Je knapt er zienderogen van op! Je helpt je lijf én je geest om weer op te krabbelen. Je kunt weer helder nadenken en ‘wilt wel weer verder’, letterlijk en figuurlijk.

Behalve voldoende vocht, kan ik je ook aanraden om altijd wat (gezonde) koekjes bij je te hebben, of noten en rozijnen, of een banaan. Mocht je onverwacht in een dip schieten, dan helpen deze bronnen vól goede energie je weer overeind!

Nog een tip bij een dip: blijf in beweging. Ga niet liggen of slapen, geef er niet aan toe. Blijf doorgaan met waar je mee bezig bent. Het is logisch dat je tempo wat lager wordt als je je niet goed voelt, maar blijf tóch in beweging!
En: blijf niet alleen. Roep de steun in van iemand die je na staat, op je werk een goede collega bijv., die op de hoogte is van je afbouwen en die je van te voren hebt verteld dat dit soort dipmomenten kunnen voorkomen. Dit kan natuurlijk ook je partner, vriendin, of je buurvrouw zijn, het maakt niet uit. Als het maar iemand is die je vertrouwt. Zeg dat je het even moeilijk hebt, vraag of die persoon bij je in de buurt wil blijven en je in de gaten houdt, of je water of iets gezonds te eten brengt. Zo kom je er op eigen kracht wel weer doorheen, door die dip. Want hoe lastig ook: het blijft een tijdelijk iets en het gaat weer voorbij. Ook al voel je dat niet zo, als je er middenin zit. Geloof me: het gaat weer voorbij! En daarna weet je: oh, dat was er weer één, gelukkig hebben we die weer gehad. Probeer het te zien als een (tijdelijke) stap terug, die nodig is om er daarna weer twee of drie vooruit te kunnen maken.

8 februari 2016

Zembla - De piekerpil II

Meer dan een miljoen mensen in Nederland slikt antidepressiva. Dit terwijl deze pillen al jaren ter discussie staan. Ze worden in verband gebracht met zelfmoord onder jongeren en gesjoemel met onderzoekresultaten door de farmaceutische industrie.

Antidepressiva zijn niet onschuldig: het is moeilijk om er weer mee te stoppen en de pillen kennen veel bijwerkingen. Bovendien werken ze alleen bij heel ernstig depressieve mensen. Bij lichte en matige depressies werken placebo's, gesprekstherapie of hardlopen net zo goed. Volgens deskundigen heeft slechts een minderheid van de gebruikers een ernstige depressie. Iedere arts weet dit inmiddels.

Maar toch stijgt het gebruik van antidepressiva al jaren en ook in 2015 is het aantal gebruikers van antidepressiva in Nederland weer gestegen met 3,5 procent naar 1,15 miljoen mensen. Onder jongeren van 15 tot en met 19 jaar steeg het gebruik van antidepressiva zelfs met 11%, terwijl uit onderzoek blijkt dat deze pillen bij jongeren kunnen leiden tot meer suïcidaal gedrag.

Zembla onderzoekt waarom het gebruik van antidepressiva zo hardnekkig blijft stijgen, terwijl bekend is dat deze pillen bij veel mensen niet goed werken, en gevaarlijk kunnen zijn.

Uitzending 10 februari 2016

26 november 2015

De antidepressiva fabeltjes

Antidepressiva ...
.........zijn geneesmiddelen
Het zijn geen geneesmiddelen. Met deze middelen schuift iemand de oplossing van de problemen voor zich uit. Het is essentieel ook iets aan de emotionele oorzaken te werken

.........lossen de problemen voor je op
Dit klopt niet. Ze leggen, zo lang ze gebruikt worden, een chemisch ‘dekentje’ over de emotionele oorzaken. Zonder therapie komen de klachten na het stoppen keihard terug

.........afbouwen is eenvoudig
Het kost soms veel moeite om er weer vanaf te komen

.........afbouwen kan meestal in 4 weken gedaan worden
Afbouwen in 4 weken is meestal veel te snel. Er is dan een grote kans op terugval, zodat iemand weer gaat gebruiken en een slechte ervaring rijker is

.........zijn niet verslavend
Ze kunnen afhankelijkheid tot gevolg hebben

.........zijn onschuldige middelen
Deze middelen doen iets met het bewustzijn

.........vullen een tekort aan van een stofje in de hersenen (serotonine)
Dat wordt gesuggereerd door de farmaceutische industrie en is niet wetenschappelijk aangetoond. De suggestie wordt nog wel steeds in stand gehouden

.........werken beter wanneer je de dosis verhoogt
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat dit niet klopt maar dat je wél meer last krijgt van de bijwerkingen
.........Praten is de beste manier om je problemen op te lossen

Praten helpt wel, maar is meestal niet voldoende. Er zijn ook andere, krachtig werkende methoden om de emotionele oorzaken zonder veel praten te behandelen

.........Een milde of matige depressie is een eindstation
Iemand kan met motivatie en hulp een depressie weer de baas worden.
Zonder (professionele) hulp is dat wel lastig, maar het hoeft niet alleen gedaan te worden, al denkt iemand zelf vaak van wel. Depressie wordt vaak als falen gezien en dat past niet bij de perfectionistische levensinstelling

24 maart 2015

Leven met angst

Het thema van Week 13 van de Psychiatrie is 'Psychiatrie op de schop..?!' Zowel hulpverleners als cliënten en hun familie voelen de noodzaak van verandering. Van 'weten wat de cliënt nodig heeft', gebaseerd op het gangbare medische model, groeit de behoefte aan 'vragen wat de cliënt nodig heeft'. Dit sluit aan bij de visie van Van Os, niet de stoornis is het probleem maar het onvermogen van de cliënt en zijn omgeving ermee om te gaan.

In de roman 'Dwaallicht' van Joshua Zwaan wordt Marthes leven beheerst door angsten en wanen. Haar man Barend kijkt machteloos toe en hun kinderen zorgen inmiddels meer voor hun moeder dan zij voor hen. Tijdens een vakantie escaleert de situatie en Barend vertrekt met de kinderen. Marthe belandt in een psychose en zwerft wekenlang door Amsterdam. Heel voorzichtig leert ze zichzelf te accepteren en een sprankje zelfvertrouwen groeit.

In een interview met Trouw vertelt Joshua dat zij zich lang verzet heeft tegen het gebruik van medicatie als antidepressiva.
Een citaat:
Ondanks cognitieve gedragstherapie, mindfulness, yoga, hardlopen en streng agendabeheer, sloeg de paniek steeds vaker toe en de periodes van somberheid groeiden opnieuw uit tot een depressie. De verstarring was deze keer bijna totaal; ik deed alleen nog het hoogstnoodzakelijke.

'Ik wil niet slikken, maar...'
Ik keek naar mijn man en kinderen, ik wist dat ik van ze hield, maar ik kon het niet meer voelen. Ik keek naar mijn prachtige tuin, ik wist dat die bloemenpracht mooi was maar ik kon er niet meer van genieten. In een helder moment belde ik een van mijn vriendinnen die al heel lang blij is met haar gebruik van antidepressiva. 'Vertel me er alles over', huilde ik. 'Ik wil niets slikken, maar misschien moet ik het gewoon doen.' Na haar verhaal gehoord te hebben belde ik een hele rij mensen van wie ik weet dat ze medicatie gebruiken. Allemaal vertelden ze wat ik al wist: dat ze blij waren die stap gezet te hebben.
Tot zover Trouw.

Het nadeel van medicijnen kan zijn dat het gevoelens afstompt, maar wanneer je zonder medicijnen toch niet kan voelen dat je van je man en kinderen houdt, dan is het uitproberen van medicijnen geen slecht idee. Voor het effect moet je soms wel een aantal weken wachten.
Joshua Zwaan:
“Na vier weken opbouwen schoof er in mijn hoofd een gordijn open. Het cliché dat de zon weer ging schijnen bleek letterlijk waar. Na nog een aantal weken werden mijn angsten minder, werd treinreizen weer leuk, stapte ik zo nu en dan in een lift en vond mijzelf zelfs op een dag terug in de ondergrondse metro, een vervoermiddel dat ik al vijf jaar meed.”


29 april 2013

Terug naar normale en belangenloze psychiatrische diagnose


De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (kortweg DSM) is een Amerikaans handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient.Allen Frances is emeritus hoogleraar psychiatrie aan Duke University. Hij was lid van de DSM-III task force en voorzitter van de DSM-IV task force en is nu de bekendste en meest gezaghebbende criticus van DSM-5.
Waarom is er zoveel te doen over DSM-5, de nieuwe editie van het handboek voor psychiaters en therapeuten? Omdat de DSM de grens bepaalt tussen wat normaal en gestoord is, en DSM-5 die grens radicaal verschuift. Miljoenen normale mensen krijgen straks het etiket van een stoornis opgeplakt. Dit leidt tot onnodige, dure en soms gevaarlijke behandelingen van nieuwe 'patiënten' en heeft vele maatschappelijke consequenties, bijvoorbeeld voor verzekeringen, onderwijs, rechtspraak en toegang tot zorg.
We leven in een tijd van diagnostische inflatie en overmedicatie, onder druk van met name de farmaceutische industrie. Medische ziektes worden verward met psychische stoornissen en diagnoses worden al te snel gesteld. Kinderen groeien op in een golf van ADHD en autisme en het is kennelijk niet meer normaal om af en toe droevig, druk, gefrustreerd of angstig te zijn - of een tikkeltje excentriek.

Allen Frances schetst in zijn boek Terug naar Normaal de geschiedenis en de ontsporing van de psychiatrie. Als insider beschrijft hij de excessen in de psychiatrische diagnostiek en geeft hij aan hoe de psychiatrie weer veilig en gezond kan worden.

In een recensie in de Volkskrant van 27 april schrijft Ranne Hovius:
In Terug naar normaal betuigt Frances zijn spijt over de veranderingen die hij met zijn team in 1994 doorvoerde in de DSM-4. Met name de wijzigingen in de diagnoses autisme en adhd leidden tot een epidemie aan nieuwe patiënten die zij totaal niet voorzien, laat staan bedoeld hadden. Het zijn diagnoses op de vage scheidslijn tussen mensen met een psychische stoornis en de worried well, mensen met problemen die weliswaar zorgelijk kunnen zijn maar tot de normale last van het leven horen.
Een kleine verschuiving van de criteria in dit drukbevolkte grijze gebied, aldus Frances, kan enorme consequenties hebben. Debet aan die consequenties zijn belangengroeperingen als ouders, verzekeringsmaatschappijen, de rechterlijke macht, maar vooral de op grote winst beluste farmaceutische industrie. Zeker in Amerika, waar de farmaceutische industrie zich met haar agressieve marketing rechtstreeks tot het publiek mag richten, blijkt het niet zo moeilijk om mensen via tijdschriften en tv een ziekte - en de oplossing in een pillendoosje - aan te praten.



De bottomline van Frances' betoog is: laten we de criteria voor stoornissen aanscherpen, terughoudend omspringen met het labelen van mensen, pillen alleen als laatste redmiddel voorschrijven, en de psychiatrie weer reserveren voor mensen die het werkelijk nodig hebben.

1 april 2013

Geluk, mag het iets minder?

Met zijn boek Borderline Times werd psychiater Dirk de Wachter in kort tijd een absolute hype in België. Onze samenleving is zo verslaafd aan geluk dat we er massaal ongelukkig van worden. Sterker nog: in ons geluksverlangen zetten we hele volksstammen aan de anti-depressiva, grossieren we in gebroken gezinnen en zijn we slaven geworden van wat we succes noemen. Zijn paasboodschap: weg met de tirannie van het geluk. We mogen best een beetje ongelukkig zijn.

We zijn zo vrij, dat we niet meer verbonden raken.

Het probleem is de oververhitte economie, die zelfs mensen uit de reddingsboten overboord zet, omdat daarin geen plaats meer is.

15 februari 2013

RUG doet onderzoek naar anhedonie, het onvermogen om plezier te hebben

Persbericht RUG, 5 februari 2013. VICI-beurs van € 1,5 miljoen voor onderzoek naar plezier

Plezier maken is een hooggewaardeerd goed, vooral onder jonge mensen. Als het niet meer lukt om plezier te beleven, is dat bijzonder akelig. Het is een eenzaam en isolerend gevoel. NWO heeft aan Tineke Oldehinkel, hoogleraar Levensloopepidemiologie van Veelvoorkomende Psychiatrische Stoornissen in het UMCG, een subsidie van 1,5 miljoen euro toegekend voor drie onderzoeksprojecten naar het onvermogen om plezier te beleven, ook wel anhedonie genoemd.
Plezier maken klinkt weinig wetenschappelijk, terwijl het een belangrijke factor is in het welbevinden en geluksgevoel van mensen. Toch is er naar het onvermogen om plezier te beleven, anhedonie, nog maar weinig onderzoek gedaan. Anhedonie is wel onderzocht binnen de context van stoornissen als depressie en schizofrenie, maar veel minder als op zichzelf staand fenomeen. Met dit onderzoek wil professor Oldehinkel er achter komen waarom anhedonie ontstaat en bij wie. In de drie onderzoeksprojecten waaraan de subsidie is toegekend, worden verschillende aspecten van anhedonie onderzocht.

In het eerste project zal onderzocht worden welke factoren plezierverlies uitlokken bij jonge mensen en welke factoren het ervaren verlies in stand houden. Dit zal onderzocht worden in de al bestaande onderzoeksgroep van het langlopende onderzoeksproject TRAILS. Sinds 2001 wordt de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling van zo’n 2500 jongeren (toen kinderen, nu jongvolwassenen) gevolgd. De verzamelde informatie in het TRAILS-onderzoek (ook onder leiding van Oldehinkel) zal gebruikt worden om factoren die invloed hebben op plezierverlies te vinden.

Het tweede project richt zich op de verschillende verschijningsvormen van plezierverlies. Dat kent een grote gemene deler: verlies van plezier in activiteiten die voorheen wel als plezierig werden ervaren. Maar dit verlies kan zich wel op verschillende manieren uiten. Iemand kan plezierverlies ervaren op verschillende terreinen, zoals fysiek, sociaal, intellectueel, etc. Hoe plezier en plezierverlies op die terreinen onderling samenhangen is nog onduidelijk. Ook de aard van het verlies kan variëren; gaat het bijvoorbeeld echt om het onvermogen om plezier te ervaren of meer om gebrek aan motivatie om leuke dingen te doen? In het tweede onderzoeksproject worden al deze verschijningsvormen, hun onderlinge relatie en hun samenhang met andere factoren onderzocht.

Het derde project richt zich op de vraag wat gedaan kan worden om het verloren gegane plezier te doen terugkeren. Tot op heden worden vaak generieke leefstijladviezen gegeven, maar inmiddels is duidelijk dat deze algemene leefstijladviezen niet volstaan. In dit project zal gekeken worden naar nut en effectiviteit van persoonlijke leefstijladviezen, opgesteld voor ieder persoon afzonderlijk, op basis van een maand lang nauwgezet observeren.
Mensen die aan plezierverlies lijden, hebben een geringe lust om dingen te ondernemen. Daardoor zijn ze moeilijk te bewegen tot leefstijlveranderingen die hun welzijn kunnen bevorderen. Ze zitten gevangen in een vicieuze cirkel. In dit derde project wordt ook onderzocht of een intensieve ervaring, zoals bungee jumping, kan helpen deze cirkel te doorbreken en daarmee de effectiviteit van de leefstijladviezen kan vergroten. Dit onderzoeksdeel zal uitwijzen wat een dergelijke ‘boost-ervaring’ doet met psychologische en biologische markers van het beloningssysteem, zowel op de korte als langere termijn.

8 oktober 2012

Wat is het nut van een emotiemeter?

Uit onderzoek blijkt dat mensen die hersteld zijn van een depressie, een grote kans hebben op depressieve terugval (na 1 episode 50%, na 2 episodes 70% en na 3 episodes 90% kans op depressieve terugval).

Patiënten die op één meetmoment hun stemming somberder inschaalden met een eenvoudige emotiemeter bleken sneller terug te vallen in de depressie. Lang werd gedacht dat met name schommelingen in emotie een kwetsbaarheidsfactor was voor terugval. De resultaten van huidig onderzoek stellen ter discussie of emotionele reactiviteit wel zo cruciaal is.

Dit is een vreemde constatering. Met andere woorden staat hier dat wanneer je iemand vraagt of die somber is en het antwoord is ja, dat de kans groot is dat deze persoon binnen een aantal jaren weer depressief wordt.

Wat is hier de nieuwswaarde?
Vermoedelijk is het nuttig om mensen die ooit depressief zijn geweest van tijd tot tijd eens te vragen hoe het met ze gaat .....

27 september 2010

De rol van de ziel bij angst en depressie

Zin in eigen leven

Portemonnee
Ieder maakt in zijn of haar leven dingen mee die er behoorlijk inhakken. De een veel meer dan de ander en soms grenst het aan het ongelofelijke wat iemand in een leven meemaakt. Als de aard en opvoeding er dan ook een is van opoffering voor de ander en niets terug te durven of te mogen vragen, dan is de emotionele portemonnee snel leeg. Alsmaar geven zonder terug te krijgen dat houdt niemand vol. Eigenlijk is dan de onuitgesproken boodschap aan jezelf en anderen: “ik ben niets waard”. Onbedoeld en onbewust worden zo ook jouw unieke talenten en kwaliteiten ondergewaardeerd, niet in de laatste plaats door jezelf. Onverklaarbare depressieve gedachten of angsten kunnen het gevolg zijn van een lege emotionele portemonnee. Aan het eind wordt aangegeven hoe je dit tekort weer kunt aanvullen.

Ziel
Onder de ziel versta ik datgene wat er in potentie aan kwaliteiten en talenten voor ons persoonlijk aanwezig is en onze identiteit overstijgt. Het contact met onze ziel kan door de bovengenoemde omstandigheden volledig uit het zicht zijn geraakt. Voor een goede innerlijke balans is het noodzakelijk het contact met onze essentie of ziel weer te herstellen. Hierbij mogen we altijd vertrouwen op een 3-tal fenomenen die ons helpen dat herstel mogelijk te maken.

ons zelfhelend vermogen
de innerlijke wijsheid van het lichaam
de levende energie die daaraan ten grondslag ligt

Het lichaam
Het lichaam is een zeer intelligent en bezield organisme. Over het normale fysieke functioneren, hoeven we gelukkig niet na te denken. Verder wisselen we voortdurend op allerlei manieren, bewust en onbewust, informatie uit met onze omgeving en anderen. De ziel brengt deze innerlijke en uitwendige uitwisseling samen tot een kloppend en zinvol geheel. Misschien dat daarom de ziel in verband met het hart wordt gebracht.

Communicatie
De ziel communiceert met ons op allerlei manieren: door de taal van symbolen, beelden, dromen, ingevingen, natuur, bijna-dood-ervaringen, klachten, aandoeningen, problemen, ongelukken en levensvragen. Die taal leren verstaan, begrijpen en erop vertrouwen, is een uitdaging voor ons vaak rationele mensen. Onze verbeelding kan een belangrijke gidsfunctie vervullen in dat leerproces.

Verbinding
Onze ziel verbindt ons via ons lichaam en onze geest met de oorsprong van alles; het Grote Geheel. De ziel vormt de tijdloze, onzichtbare, ontastbare en onaantastbare verbinding met het lichamelijke aspect van ons. We hebben beide op aarde nodig om volledig mens te worden en te zijn.

Kwetsbaar
De ziel zelf is onkwetsbaar, maar onze verbinding ermee is uiterst fragiel. Het besef van de aanwezigheid van de ziel kan gaandeweg tijdens het leven verloren gaan. Maar ook als de mensen in de omgeving daar geen verbinding of voeling meer mee hebben, of wanneer via de opvoeding geen besef van het bestaan van een groter geheel wordt doorgegeven. Toch zal de ziel als een ‘moeder’ altijd trouw op ons blijven wachten tot we de aanwezigheid weer opmerken. Mogelijk dat Maria als symbool daarvan, of de moedergodin in andere religies daarom zo’n belangrijke plaats inneemt.

Verbeeldingskracht
Verbeelding is het vermogen om via beelden aan het denken iets duidelijk te maken. Denk aan zoiets als de brok in de keel, steen op de maag, band om het hoofd of last op de schouders. Deze innerlijke beelden bevatten een schat aan informatie over oorzaak en oplossing van een probleem. Verder is het effectief gebleken een of meerdere van de zielskwaliteiten (zie hieronder) toe te passen. Zo wordt overleven weer leven. Meer gezondheid en energie, welbevinden en zingeving is het gevolg. Er komt zo een beweging op gang die steeds meer constructieve energie genereert.
Zo ontstaat er steeds meer ‘Zin In Eigen Leven’.

Zielskwaliteiten

Vertrouwen Licht Warmte
Vrede Liefde Vrijheid
Rust Stilte Kracht
Ruimte Levensvreugde Energie

Door de meest passende zielskwaliteit uit te nodigen, te visualiseren of innerlijk te doorvoelen, raakt deze kwaliteit steeds verder geïntegreerd in het leven. Het is een effectieve manier om de lege portemonnee weer aan te vullen. Hierdoor wordt het steeds gemakkelijker ‘negatieve’ gebeurtenissen in het leven op een positieve manier te duiden en een plek te geven.

Kinesiologie bijvoorbeeld kan je effectief helpen je zielskwaliteiten weer beschikbaar te krijgen en ik kan je daarbij begeleiden.
Kijk voor meer informatie op: www.hulpbijdepressie.nl en www.de-verbeelding.org.
Mocht je over bovenstaande van gedachten willen wisselen, stuur dan een email met je vraag of opmerking naar info@de-verbeelding.org.
Henk Visser

19 december 2009

Reaktie op het artikel “Wees niet zo somber”

Betreft: Reaktie op het artikel “Wees niet zo somber”, uit Elsevier no. 48

Geachte dames/heren van de Elsevier redactie,

Het is positief dat er aandacht wordt besteed aan depressie en hoe hiermee om te gaan c.q. eruit te komen, maar als ex-depressiepatiënt voel ik mij niet serieus genomen. De tips en oplossingen die u noemt, kunnen zeker bij neerslachtigheid en somberheid nuttig en opbouwend zijn. Bij depressie echter – is mijn ervaring – is vaak meer nodig dan pillen en praten. Door uw artikel krijg ik de indruk dat, als je er zelf maar genoeg aan doet, het wel weer beter zal gaan. Als het dan nog niet beter met je gaat, heb je gewoon niet goed genoeg je best gedaan? Ook ik heb heel veel van de acties die u opnoemt ondernomen en meer dan 35 jaar geprobeerd om uit de steeds weer terugkomende depressiespiraal te komen, waarvan de laatste 10 jaar met antidepressiva én praten. Tevergeefs. Antidepressiva hebben mij alleen in de eerste paar jaar van gebruik geholpen, het gaf me een gevoel steviger op mijn benen te staan dan daarvoor. Maar in de 8 jaren daarna heb ik er weinig goeds meer van gemerkt. Behalve de bijwerkingen dan. Het afbouwen van de antidepressiva heeft mij vorig jaar 5 maanden gekost en is soms met grote moeite gepaard gegaan. Ook daarna had ik nog maanden last van restverschijnselen. (U schrijft in uw artikel trouwens in het geheel niet over de afbouwverschijnselen, onvoorstelbaar!)
Het praten heeft me vaak goed gedaan, maar de onbewust geworden oorzaken werden maar tot op zekere hoogte opgespoord. Ook al werd mijn inzicht vergroot en luchtte het praten meestal op: bij de diepere lagen kwam ik niet. Pas vorig jaar, toen ik begeleid werd bij het afbouwen van de antidepressiva door een kinesioloog, is de kern van mijn problematiek boven water gekomen, ben ik mij bewust geworden waar de werkelijke oorzaken lagen en heb ik deze met hulp van de kinesioloog kunnen verwerken, accepteren en loslaten, waardoor ik mijn depressie eindelijk echt ben kwijtgeraakt.
En daarna waren er nieuwe vaardigheden nodig om het leven wél en goed aan te kunnen. Mindfulness, yoga, mediteren en wandelen hebben mij goed geholpen. Ik leerde een andere manier van omgaan met mijn gedachten en werd weerbaarder.

Op mijn initiatief is er, nu een jaar geleden, samen met eerder genoemde kinesioloog en een psycholoog, een begeleidingstraject opgezet voor depressie-gevoelige mensen. Dit om op deze manier ook andere mensen te kunnen begeleiden, die kampen met soortgelijke problemen als ik heb gehad. Uniek in Nederland, voor zover wij weten.

Met vriendelijke groeten,

Marike

29 november 2009

Elsevier geeft elf adviezen tegen depressiviteit

In Elsevier nr 48 van 28 november 2009 een opsomming wat u kunt doen tegen depressiviteit.
1. Zoek naar de oorzaak
2. Praat met vrienden
3. Schrijf een dagboek
4. Pak de oorzaak aan
5. Lees over depressie
6. Combineer rust met actie
7. Slaap precies genoeg
8. Eet lekker gezond
9. Stel haalbare doelen
10. Gebruik medicijnen
11. Praat met psycholoog

12 november 2009

Vallen, opstaan en weer doorgaan

Ik heb me lang erg onzeker gevoeld en kwetsbaar. Ik zie nu, achteraf, dat ik om die reden op allerlei manieren bescherming en zekerheid zocht. Ik klampte me dan vast aan iets of iemand, maar dat bleek meestal niet voldoende, waardoor ik voor mijn gevoel weer onderuit ging, of zelfs depressief werd. Ik ben erachter gekomen dat er niets is waar ik me werkelijk aan vast kán klampen, wat blijvend ‘helpt’: mijn moeder niet, antidepressiva niet, therapie of andere hulp niet, mindfulness niet, mijn partner niet. Ik kan me niet beschermen of verstoppen voor ‘het leven’. Ik leef nu eenmaal. Dat kan ik beter onder ogen zien, toe laten en accepteren. Ik zal zelf voor mijn eigen ‘stevigheid’ en weerbaarheid moeten zorgen, terwijl ik ook nog ‘open’ blijf staan voor contact en indrukken en aanwezig ben in het ‘hier en nu’. Ik wil leren ‘meebewegen’ met de pieken en dalen in mijn leven, zonder er tegenin te gaan (door boos te worden en te vechten), of ervoor weg te duiken, het te ontwijken (zoals toen ik antidepressiva gebruikte). En niemand anders kan dat voor mij doen, dat moet ik toch zelf doen.

Tien jaar lang heb ik antidepressiva gebruikt, wat in het begin wel zorgde voor een zekere ‘stevige bodem’, maar de onzekerheid en angst om te leven en gekwetst te worden, bleef. Toen ik nog antidepressiva gebruikte, dacht ik: durfde ik maar te gaan afbouwen, dan ben ik een stuk verder met mezelf. Vervolgens was ik zover om af te bouwen en dacht ik: was ik er maar helemaal vanaf, dan ben ik pas goed bezig en gaat het leven echt beginnen. Was ik er vanaf, voelde ik me nog niet goed en hield ik me voor: als ik eerst maar een half jaar verder ben, dan ben ik er vast meer aan gewend dat ik het alleen moet doen, leven, dan voel ik me vast beter. Toen dat half jaar om was, dacht ik: laat ik een cursus mindfulness gaan doen, dan leer ik beter met stress omgaan en kan ik misschien meer rust vinden in mezelf. Nu ben ik nog een jaar verder, heb dagelijks veel mindfulness-oefeningen gedaan en kom er weer achter: ook dit alleen maakt me niet gelukkig en stabiel, in ieder geval niet onkwetsbaar, in de zin van dat het me altijd beschermt en behoedt voor butsen en deuken. De ultieme ‘hulp’ bestaat niet. Ik moet het zelf doen, leven. En dat doet soms zeer (shit happens), is soms mooi, soms saai, vaak gewoon, soms jubelend. Ja, dat moet ik de mindfulness nageven; alles komt en gaat, als de golven van de zee, is in beweging en aan verandering onderhevig. Er zijn vele waarheden en alle cliché’s zijn ook wáár! Toch is niets heilig, wellicht alleen het leven zelf. En dat is de moeite van het proberen waard. Ik blijf vallen, opstaan en weer doorgaan, want dat heb ik inmiddels wel geleerd: altijd blijven doorgaan.

Marike

3 september 2009

Onderzoek naar het gebruik van antidepressiva en het imago van het Phoenixtraject

Ruim 800.000 mensen in Nederland gebruiken antidepressiva. Een deel daarvan is niet meer regelmatig onder behandeling van huisarts, psycholoog of psychiater.
Om deze groep van antidepressiva-gebruikers en hun behoeften goed in kaart te brengen, werden van maart tot september 2009 mensen met deze klachten gevraagd, al dan niet samen met een familielid of een vriend(in), een lijst van 15 tot 20 vragen in te vullen.

Samenvatting bevindingen door 2 HBO studentes verpleegkunde op basis van de invulling tot begin augustus 2009

Het Phoenix-traject is een traject bedoeld voor mensen, met een milde tot matige depressie, die hulp willen bij hun depressie en die onder begeleiding hun antidepressivum willen afbouwen.
Ondanks het feit dat er meerdere mensen succesvol hebben afgebouwd, is de ervaring van de medewerkers van het Phoenix-traject dat het erg moeilijk blijkt te zijn om het cliëntenbestand te vergroten. Om deze reden hebben medewerkers van het Phoenix-traject de opdracht gegeven aan de Academie voor Verpleegkunde om een onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft als doel:

‘Aan het einde van dit onderzoek wordt er een aanbeveling gedaan hoe de medewerkers van het Phoenix-traject de cliëntengroep beter kan bereiken.’ Om dit doel te kunnen bereiken is de volgende probleemstelling opgesteld: ‘Wat zijn de beweegredenen van mensen om wel of niet deel te nemen aan het Phoenix-traject, als ze besluiten tot het afbouwen van antidepressiva en op welke wijze kan een verpleegkundige deze informatie meenemen in zijn/haar beroepsuitoefening?’

Om meer inzicht te krijgen in de problematiek van een depressief persoon is er allereerst een theoretisch kader beschreven. Hieruit blijkt dat het leven van mensen met een depressie wordt beheerst door het missen van de energie om dingen te ondernemen en blijer te worden. Dit kan weken tot maandenlang aanhouden.
Het Phoenix-traject begeleidt mensen bij hun depressie en het afbouwen van antidepressiva. Ze doen dit op verschillende vlakken. Op energetisch vlak (kinesiologie), op mentaal vlak (gesprekken met een psycholoog), door middel van voedingssupplementen en door vaardighedentrainingen.

Na deze theoretische uiteenzetting zijn er interviews afgenomen. Huidige deelnemers werd gevraagd wat de beweegreden was om deel te nemen aan het Phoenix-traject. Vervolgens is een enquête opgesteld en op internet geplaatst om van potentiële deelnemers te weten te komen wat hen tegenhoudt om contact op te nemen met het Phoenix-traject. Op basis van de bevindingen in het theoretisch kader, de vragenlijsten en de enquête is er een aanbeveling geschreven aan de medewerkers van het Phoenix-traject.

Naar aanleiding van de vragenlijsten en enquête is gebleken dat er bij mensen meerdere redenen zijn om niet deel te nemen aan het Phoenix-traject, namelijk dat ze huiverig staan tegenover een alternatieve vorm van behandeling. Het lef of de durf om het op een andere manier aan te pakken ontbreekt. Ze zijn bang voor eventuele bijwerkingen of ze hebben vrede met hun huidige situatie of hulpverleners.
Er kwamen ook nog verbeterpunten voor de medewerkers van het Phoenix-traject naar voren.
Er zou beter vermeld kunnen worden wanneer de hulp van het Phoenix-traject ingeschakeld kan worden. Ook staat er niet duidelijk genoeg op de site beschreven wat de kosten exact zijn. Daarnaast denken veel respondenten dat ze naar het Phoenix-traject toe moeten komen. Er zou duidelijk op internet vermeld kunnen worden dat ze ook telefonisch contact met het Phoenix-traject kunnen maken. Daarnaast kwam er de suggestie om ervaringsverhalen of een forum op het internet te plaatsen zodat deelnemers ervaringsverhalen kunnen uitwisselen.
Binnen de opleiding tot HBO-verpleegkundige is weinig informatie over het afbouwen van antidepressiva. Het gaat alleen over depressie en antidepressiva en niet over de hulp die een verpleegkundige kan bieden aan een persoon met een depressie. Deze informatie is echter wel van belang, wanneer een verpleegkundige te maken krijgt met een depressieve patiënt.

11 augustus 2009

Na een jaar Phoenix

Na een jaar Phoenix-traject is het goed eens terug en vooruit te blikken. Zoals gebruikelijk loopt ook dit project anders dan eerst werd verwacht en blijft het nodig steeds aanpassingen te doen.

Allereerst blijken mensen met depressieve klachten zeer terughoudend bij het nemen van nieuwe initiatieven. Dit maakt dat het een moeilijk te bereiken doelgroep is.
Ten tweede blijken de meeste mensen die zich aanmelden, al begonnen te zijn met (vaak te snel) afbouwen, maar ze lopen daarin vast en zoeken dan (pas) hulp. Eigenlijk te laat.
Ten derde zijn de oorzaken van het gebruik van antidepressiva zo divers dat daar geen algemeen beeld van valt te geven. Wel valt ons op dat in het overgrote deel er sprake is van een niet geringe opeenstapeling van negatieve gebeurtenissen en ervaringen vaak al vanaf de vroegste jeugd.
Ten vierde blijken het allemaal gevoelige, goedbedoelende mensen, die niet goed hebben geleerd hoe daarmee om te gaan en die geen ‘nee’ kunnen zeggen. Ze proberen zich steeds krampachtig aan te passen om de boot van de samenleving niet te missen.

Samenleving
Onze verhardende en steeds snellere samenleving maakt het voor hen extra moeilijk mee te blijven doen. Er treedt overbelasting op als gevolg van ervaringen in het verleden en heden en een onvermogen hier mee om te gaan. Uitputting is het gevolg en een tekort aan energie. Het gevoel machteloos te zijn ondermijnt verder het zelfbeeld. Reserves worden aangesproken en opgemaakt door op de oude voet verder te gaan. De weerstand laat het dan nog verder afweten en men kan het geheel (verleden, eisen en verwachtingen van de omgeving en de behoefte het goed te willen doen) niet meer aan en komt in een gat terecht.

Doorvragen
Wat mij opvalt is bij doorvragen of er al iets gedaan is aan de oorzaken uit het verleden door gesprekken met een psycholoog of psychiater, dat dit vaak niet is gebeurd. Er werd volstaan met tips om de situatie beheersbaar te houden of overgegaan tot het eenvoudigweg geven van medicatie zonder verdere ’behandeling’. Deze mensen krijgen steeds een herhaalrecept en verdere zorg ontbreekt. En omdat zelf initiatieven nemen teveel energie vereist, blijven ze daar in steken. Ook zijn ze kopschuw geworden doordat er nooit voldoende aan de oorzaken gedaan kon worden.
Er is dus wel degelijk een grote groep gebruikers die geen zorg meer krijgt of wil, ook al wordt dit meestal door de werkers uit het reguliere veld ontkend.

Aanpak
Ons is gebleken dat het van groot belang blijft bij het bestrijden van depressie en angst, om eerst vaardigheden eigen te maken die helpen een eventuele terugval op te opvangen, al dan niet met hulp van buiten.
Een goede energiebalans is daarnaast van belang. Energievretende gaten moeten eerst gedicht worden, voordat er afgebouwd kan worden, kortom: het verleden moet eerst een plek krijgen.
Voedingssupplementen helpen het eventuele afbouwen te ondersteunen en helpen daarbij de energie op pijl te houden.
Te snel afbouwen is funest!
Tijdens het afbouwen komt er oude pijn naar boven die ook een plek moet krijgen.
Een ander frappant fenomeen is dat mensen die 3 tot 6 maanden terug hun medicatie succesvol hebben afgebouwd, soms een onverwachte en hevige terugslag krijgen. Dan blijkt het weer hoe belangrijk de nieuwe vaardigheden zijn om dit op te vangen.

Toekomst
We krijgen vragen uit het hele land van mensen die iets dergelijks als het Phoenix-traject in de buurt zoeken. Dat is er niet. Onze locatie in Noord Nederland werkt dan ook niet mee. Daarom gaan wij herstelweken in Frankrijk organiseren, waar deze mensen een eerste en belangrijke aanzet kunnen maken tot het leren leven op eigen kracht. De eerste week is voor mei 2010 gepland.
We zijn er steeds meer van overtuigd dat onze aanpak een belangrijke aanvulling is op het bestaande aanbod en meer diepgang biedt en de oorzaken van depressie en angst wezenlijk aanpakt.
Er is contact gelegd met een psychiater die heeft toegezegd in voorkomende gevallen ondersteuning te willen bieden. We gaan door op de ingeslagen weg met lezingen en presentaties in zowel het reguliere als het ’alternatieve’ circuit.
Auteur Henk Visser (Doesburg).

28 februari 2009

Trudy Dehue schrijft over de depressie-epidemie

Trudi Dehue, professor aan de Rijks Universiteit van Groningen (RUG), schrijft regelmatig kritisch over het achterhouden van onderzoeksresultaten van de werking van antidepressiva die de farmaceutische industrie niet welgevallig zijn.
Zo verscheen er een NRC-artikel (21-2-2009) door Trudy Dehue, geplaatst onder de kop 'Onderzoekers die afhankelijk zijn van de farmaceutische industrie ruïneren onze gezondheid'. Op haar website op de RUG meldt zij:
Oorspronkelijke versie van dat artikel met literatuurverwijzingen en een aanvulling over het laatste onderzoek naar de effecten van antidepressiva op kinderen.

Trudi Dehue kwam intensief in de media na het verschijnen van haar boek over de depressie-epidemie.

Over de plicht het lot in eigen hand te nemen

Is depressie een biologisch bepaalde ziekte die nu pas goed herkend en behandeld wordt? Praten de hulpverlening en de farmaceutische industrie ons psychische stoornissen aan? Of bracht de verzorgingsstaat mentale kleinzerigheid op grote schaal?



Trudy Dehue bespreekt de geschiedenis van neerslachtigheid. Ze bestudeert de claims van de biopsychiatrie, analyseert de commercialisering van het psychiatrisch onderzoek en de inhoud van de anti-depressivareclames. Ze betoogt dat gangbare verklaringen voor de toename van depressie niet houdbaar of niet volledig zijn.

De depressie-epidemie belicht het proces waarin het ideaal van de maakbare samenleving werd ingeruild voor dat van het maakbare individu. Benadrukten we voorheen omstandigheden als oorzaak van ellende, tegenwoordig gaat de aandacht naar het individuele brein. Daarbij werden we zelf verantwoordelijk voor wat ons vroeger gewoon overkwam. Want nu succes een keuze is geworden, geldt dat voor mislukking evenzeer.

Trudy Dehue werd bij verschijnen van haar boek door verschillende media geïnterviewd. Hier vindt u een aantal links naar de uitzendingen en artikelen, waaronder:
Medisch Contact, interview

Op zondag 9 augustus 2009 was zij zomergast bij de VPRO.

16 februari 2009

Stoppen met antidepressiva, de doe het zelvers

Er zijn officiële folders in omloop waarin aangegeven wordt dat het zelf stoppen met antidepressiva relatief gemakkelijk en in ongeveer 4 weken, gedaan kan worden. Het wordt aangeraden het afbouwen stapsgewijs en geleidelijk te doen. Logisch dus dat mensen op eigen initiatief, al dan niet met medeweten van hun behandelend arts, hun medicatie beëindigen. Dat gaat eerst vaak wel goed, totdat blijkt dat het toch niet zo eenvoudig is. Ze zijn dan halverwege het afbouwen of al helemaal gestopt en dan gebeurt het: een onzichtbare man-met-de-grote-rubberen-hamer komt langs, die hen weer knock out slaat. Hierdoor kan de drang om weer antidepressiva te gaan gebruiken vaak niet meer weerstaan worden. Dan is het voor de laagdrempelige begeleiders van het Phoenix-traject moeilijk om deze afkick verschijnselen nog goed op te vangen. De oude verschijnselen van depressie of angst of enorme psychische of lichamelijke onrust zijn weer terug en dat is niet te hanteren. Om dan nog een huis dat in brand staat emmertje voor emmertje te blussen is niet te doen. Als ze weer besloten hebben om te gaan slikken zijn deze mensen een illusie armer en een negatieve ervaring rijker. Ze hebben wederom gefaald en denken niet zonder deze middelen te kunnen. Ze zijn verslaafd.
Het is erg belangrijk voor mensen die willen gaan stoppen, om voor effectief en verantwoord afbouwen tijdig hulp te zoeken en zo al tijdens het gebruik potentiële smeulende brandhaarden op te sporen en te doven. Dat kan met kinesiologie relatief gemakkelijk gedaan worden. Pas daarna kan onder begeleiding en met eventuele ondersteuning van voedingssupplementen en met de parate nieuw geleerde vaardigheden om met crisissituaties om te gaan, begonnen worden met geleidelijk afbouwen.
En zelfs dan blijkt het afbouwen vaak een proces van vallen en opstaan en een van soms twee stappen vooruit en een achteruit.

6 januari 2009

Onttrekkingsverschijnselen bij antidepressiva

Onderstaande adviezen gelden voor het afbouwen van antidepressiva bij milde en matige depressies.

Sommige mensen kunnen zonder al te veel problemen hun antidepressiva gebruik minderen en uiteindelijk stoppen. Maar ook kunnen bij het afbouwen van antidepressiva onttrekkingsverschijnselen of ontwenningsverschijnselen optreden, vooral na langdurig gebruik van het middel (enige jaren). Dat maakt het dan moeilijk het afbouwen vol te houden. Terugval ligt op de loer. Grote onrust, onzekerheid, gebrek aan zelfvertrouwen en een scala aan andere, ook lichamelijke, klachten kunnen optreden. Het lijkt dan alsof de depressie weer terugkomt. Teruggrijpen naar de antidepressiva wordt daardoor heel verleidelijk.
Hoe kunnen deze onttrekkingsverschijnselen voorkomen of beter opgevangen worden? Onderstaande adviezen dienen bij voorkeur al vóór het daadwerkelijke afbouwen beschikbaar en eigen gemaakt te zijn.
  1. Zorg dat je stevig in je schoenen staat bij het afbouwen, doordat je de oorzaken van de achterliggende problematiek al (grotendeels) hebt aangepakt.
  2. Gebruik voor en tijdens het afbouwen voedingssupplementen die het lichaam ondersteunen om de eventuele onttrekkingsverschijnselen adequaat op te vangen.
  3. Train jezelf in vaardigheden die je helpen de afbouwverschijnselen op te vangen. Denk daarbij aan meditatie en ontspanningsoefeningen.
  4. Bouw zeer geleidelijk af: een kwart van de oorspronkelijke eenheid (antidepressiva pil) per 3 weken.
  5. Beweeg elke dag een half uur en eet gezond en zo mogelijk biologisch, bij voorkeur geen alcohol of ander fast food of snoep om jezelf te ‘belonen’.
  6. Zorg dat je een maatje hebt die je kan ondersteunen tijdens het afbouwproces.
Het lichaam is door het langdurig gebruik gewend geraakt aan de antidepressiva en protesteert als het de middelen niet meer krijgt. In het brein, maar ook elders, treden bij het afbouwen veranderingen op die een tijdelijke ontregeling tot gevolg hebben. Het zijn een soort afkickverschijnselen, net als bij andere medicijnen (slaapmiddelen).

Binnen het Phoenix-traject wordt met Kinesiologie aan de eerste 2 voorwaarden tegemoet gekomen:
  1. Verwerking van de achterliggende problematiek zonder veel praten
  2. Het met de spiertest maken van een specifieke match met de voedingssupplementen die voor jou het meest effectief zijn.
Er kan een gerichte keuze worden gemaakt uit wel 500 verschillende soorten supplementen. Hoe gerichter, des te minder voedingssupplementen er nodig zijn met een optimaal effect. Zelfs de hoogte van de dosering kan met Kinesiologie nauwkeurig worden bepaald.

Maar… antidepressiva afbouwen is toch afkicken en de eigen motivatie om te willen leven zonder antidepressiva blijft de belangrijkste voorwaarde voor succes.

Echte aandacht

Echte aandacht wat is dat en wat kan het betekenen voor ons welzijn, onze gezondheid en zelfkennis?

Bewuste aandacht geven we meestal aan een ander, aan onze buitenkant en als het goed is aan onze binnenkant door voeding of de medicijnen die we gebruiken. Maar er is nog een andere vorm van echte aandacht en dat is aandacht voor onze eigen innerlijke beeldenwereld. Een mens draagt bewust en onbewust een wereld aan innerlijke beelden met zich mee. Herinneringen natuurlijk, dingen die je hebt meegemaakt. Maar ook andere beelden. De metaforische beelden, de steen op de maag, de brok in de keel en de last op de schouders, het lood in de schoenen. Als daar op een structurele manier stapsgewijs aandacht aan besteed wordt, kunnen die beelden een schat aan informatie opleveren over werkelijke oorzaken van klachten en problemen en informatie over de oplossing ervan.

Praktijkvoorbeeld
Stel iemand heeft nek en rug problemen. Versleten wervels in nek en onderrug. Slijtage, logisch toch? Niks aan te doen!
Misschien, maar als deze persoon middels de verbeelding naar zijn rug kijkt, blijkt daar een enorme wereldbol op te zitten die loodzwaar is. Hij draagt de last van de wereld op z’n rug met zich mee. Emotie is de reactie bij dit inzicht. Maar waar komt die wereldbol vandaan? Bij doorvragen blijkt moeder hetzelfde houding gehad te hebben (overbezorgdheid voor anderen) en heeft de persoon in kwestie haar als kind zo graag willen helpen, dat hij hem van heeft willen overnemen. Een veel voorkomende reactie van kinderen voor hun overbelaste ouders. Dit fenomeen kan door de generaties heen overgedragen worden. (Zit het dan in je genen of niet?)

Wat nu?
Eerst is het zaak het beeld (de bol) terug te leggen waar die hoort, in dit geval bij moeder, want het was niet van hem! Ook al is moeder al overleden, toch is deze stap mogelijk. Het gaat immers om het beeld wat deze persoon heeft van zijn rug en niet om een reële situatie. Het is allemaal maar verbeelding! Dan is vervolgens de vraag wat hij er voor in de plaats wil hebben en dat weet hij wel: levenslust! Blijkt een stuk lichter om te dragen.
Het resultaat: grote opluchting en een enorme emotionele belasting minder en wie weet, zullen de slijtageplekken verdwijnen en de rugklachten verminderen. Want ons lijf heeft een heel groot herstelvermogen en een grote wijsheid om ons dingen duidelijk te maken. We hoeven alleen maar te kijken, te luisteren en het echte aandacht geven.


Het inzicht
Het is niet de bedoeling is de last van de hele wereld op onze schouders mee te torsen.

Overbelasting
Als de draaglast groter is geworden dan de draagkracht door wat voor redenen dan ook, kunnen allerlei klachten ontstaan, ook depressieve. Het is dan belangrijk om de overbelasting te verminderen en zo de draagkracht weer te vergroten.

25 november 2008

Aandacht

Aandacht willen we allemaal, we willen erkend en bevestigd worden. Ook aandacht is er in soorten en maten. De aandacht die ik geef of de aandacht die ik wil hebben. De aandacht die ik mezelf geef, bijvoorbeeld aan mijn lichaam, de verzorging of de aandacht voor mijn innerlijk leven, wat beweegt mij, waar heb ik last van, wat geeft of kost me energie. Deze aandacht leidt tot meer zelfkennis.
Mensen met klachten zoeken ook bewust of onbewust aandacht, in eerste instantie voor hun kwaal. En klachten gaan ook altijd met stress gepaard, wat heb ik toch en, is het erg? Eerst zoeken ze aandacht bij de naasten en als het daar niet opgelost kan worden, vervolgens bij de huisarts. Die heeft 10 of hooguit 20 minuten tijd en heeft dan vooral aandacht voor de lichamelijke kant. Hij luistert hier, klopt daar, en schrijft soms iets voor. Echte aandacht is dit niet, daar is geen tijd voor en mensen weten zelf soms niet wat ze eigenlijk willen en waar ze behoefte aan hebben.
Hoe kan je echte aandacht geven? Invoelend (empatisch) luisteren naar wat de ander te zeggen heeft, maar ook door de ander uit te nodigen en te helpen zelf aandacht te geven aan wat hem of haar wezenlijk van binnen (nog) bezig houdt. Dat geeft het gevoel echt gehoord te worden. Wordt daaraan voorbij gegaan dan kunnen (stress) klachten soms verergeren. Hoofdpijn, vermoeidheid, rugpijn, buikpijn, neerslachtige gevoelens enz. enz. Er over praten helpt soms wel, maar dat is meestal niet genoeg, vooral als het onderwerp steeds terugkomt en de omgeving er op een gegeven moment genoeg van krijgt.
Door onder begeleiding de cliënt met de eigen aandacht naar ‘binnen’ te laten gaan en voorzichtig te laten onderzoeken wat hen wezenlijk bezighoudt, brengt soms tot verrassende conclusies. Misschien is het verwerken van een verlies; van vader, moeder, opa, oma, werk, relatie, jeugd, kat of hond, status, hoe lang geleden ook, nog niet helemaal klaar. Vaak denk je dat je daar allang overheen bent, maar dat is niet altijd het geval. Je staat als het ware innerlijk nog steeds stil bij die situatie van toen, soms als klein kind van 4 of 5 jaar oud. Of is het vroeger door de ander beschadigde zelfvertrouwen nog steeds niet hersteld. Dat doet pijn en leidt ook tot stress. En stress zélf kan ook allerlei ook lichamelijke klachten geven, verergeren of in stand houden. Maar sombere gedachten behoren ook tot de mogelijke gevolgen.
Met echte aandacht kan die vicieuze cirkel doorbroken worden, waardoor klachten soms spontaan verdwijnen.

22 september 2008

Kinesiologie en het onderbewuste

Kinesiologie is een methode die helpt beladen informatie die in het onderbewuste is opgeslagen bewust te maken en om te vormen, te transformeren in opbouwende, constructieve informatie. Zie voor meer informatie over de spiertestmethode op www.de-verbeelding.org.

Innerlijke beelden
Innerlijke beelden vormen de ‘taal’ van het onderbewuste. Door van negatief geladen innerlijke beelden (bevroren informatie) voorzichtig en stapsgewijs de lading weg te nemen middels drukpunten, komt de informatie die er in is opgeslagen stapsgewijs en hanteerbaar weer ter beschikking van het bewustzijn, waarna die veranderd kan worden in constructieve, opbouwende gedachten.

Aandacht
Negatieve ervaringen waar we op het moment van de gebeurtenis zelf niet mee om kunnen gaan, worden ‘bevroren’ opgeslagen in het onderbewuste in de vorm van een ‘beeld’. Het vormt zo een blokkade of struikelblok.
Bijvoorbeeld je hebt een klacht waar je al lang last van hebt, neem hoofdpijn. Die hoofdpijn is ook te zien als een signaal wat om aandacht vraagt. Door daar bewust naar te gaan kijken en die klacht zelf echt aandacht te geven, kun je die hoofdpijn beeldend gaan beschrijven.

Informatie
Stel, het voelt als een stevige band om het hoofd. Een band van metaal die stevig vast zit. Da’s nie leuk. Door vervolgens vast te stellen op welke acupunctuurpunten de lading vastzit en die lading weg te nemen, zal de innerlijke balans zich gaande het verbeeldingsproces steeds verder herstellen. Zo krijg je stapsgewijs steeds meer ‘zicht’ op de informatie die er bij hoort zonder van de kaart te raken. Je kunt je vervolgens afvragen hoe lang die band daar al zit. Vaak al een aantal jaren. Stel 10 jaar. Je vraagt jezelf vervolgens af wat er 10 jaar geleden speelde. Het eerste wat opkomt is meestal wel raak. Stel een probleem op het werk. Je baas heeft je onterecht beschuldigd van iets en je zit er nog steeds mee. Je bent laaiend op hem, maar dat mag en kan niet, want dan raak je misschien je baan kwijt. Dat levert veel innerlijke spanning op, gevolg hoofdpijn, je zwakke plek.

De oplossing
De vraag is nu wat je toen had willen doen vanuit je eigen kracht. Bijvoorbeeld assertiever zijn. Door alsnog in je verbeelding met terugwerkende duidelijk te zijn, de baas te zeggen waar het op staat, kun je achteraf het probleem alsnog oplossen. De spanning is weg en de hoofdpijn als signaal voor dit probleem is niet meer nodig. Doordat je er nu van bewust bent geworden dat je beter voor jezelf moet opkomen en de lading is weggenomen zal je in een vergelijkbare situatie nu assertiever kunnen reageren. Het struikelblok is een bouwsteen geworden

Het Phoenixproject

zingevingDe teksten op dit blog zijn verzameld en geschreven in het kader van het Phoenixproject (2008-2016), een initiatief van kinesioloog en Marike Oosterheert. De bijdragen zijn geplaatst door Bert Stoop.

Labels, steekwoorden en onderwerpen op dit weblog